vrijdag 29 juni 2012

Calama - Iquique

Voordat we vanuit Calama richting het ultratoeristische San Pedro de Atacama fietsen, gaan we eerst mee met een rondleiding door de Chuquicamata mijn. Dit is de op één na grootste ´open pit´ (niet onder de grond) mijn ter wereld en dat is te zien! De krater is 5 km lang, 3 km breed en bijna 1 km diep! Er rijden gigantische vrachtwagens, die er in 24 uur 3900 liter dieselolie doorheen jagen. Volgeladen rijden ze niet echt hard; ze doen er 2 uur over om van beneden naar boven te komen!



Na de rondleiding stappen we meteen op de fiets. We zetten onze tent op in de woestijn. De volgende dag klimmen we van 2300 naar 3300 meter. De afdaling naar San Pedro de Atacama (2400 m) gaat een stuk sneller! We twijfelen nog even over de omweg door de Valle de la Luna, ´de maanvallei´, en doen het gewoon! We volgen een hele aparte sneeuwwitte zoutweg omhoog en fietsen door de onaardse vallei. Samen met 100 tour-toeristen bekijken we de zonsondergang. Het is wel weer heel mooi!


San Pedro is zoals gezegd toeristisch, maar ziet er wel leuk uit; met zandwegen en simpele huisjes. Als iemand aan ons vraagt of we mee willen gaan sandboarden lijkt ons dat wel cool! En dat is het ook!

De volgende dag gaan we fietsend op weg naar de grootste zoutvlakte in Chili; Salar de Atacama. Op deze zoutvlakte leven flamingo´s (Laguna Chaxa). In dit nationale park mogen we eigenlijk niet kamperen, maar de baliedame vindt het toch goed; op de parkeerplaats. ´s Ochtends gaan we bij zonsopgang half bevroren nog even naar de flamingos kijken. Het wordt pas om een uur of 10 warm. De parkbaas is er nu ook en de baliedames maken ons zenuwachtig duidelijk dat hij het níet leuk vind als hij er achterkomt dat we hier geslapen hebben. We fietsen maar snel weg, gheghe. Op de terugweg naar San Pedro fietsen we naar een meertje waar in gezwommen mag worden (Laguna Cejar). Het water is superzout waardoor je er heel goed in drijft! Grappig!



Terug in San Pedro hebben we nog een dag nodig om de komende weken te plannen; het wordt lastiger om aan voedsel en water te komen. We vertrekken met 22 liter water omhoog naar de El Tatio geisers. Die liggen 90 kilometer verderop en op 4300 meter hoogte. Hopelijk kost dit ons maar twee dagen. Na één dag fietsen hebben we er 30 kilometer op zitten. De volgende dag stopt er een pick-up om te vragen of we mee willen (al de tweede). Het fietsen gaat vanwege de hoogte en de steile weg best moeizaam; we gaan dus maar mee. In de auto wordt duidelijk dat we dit nooit in 2 dagen gehaald zouden hebben. De weg is wel mooi. Aangekomen bij de geisers zetten we ons tentje op. De geisers zijn overdag mooi, maar niet erg indrukwekkend; daarvoor moeten we er morgenochtend zijn als het koud is en er meer stoom te zien is. ´s Middags liggen we voor pampus in een warm thermaal bad.


De volgende ochtend komen we om half 7 als eskimos uit de tent; het is hier koud! Samen met een paar honderd andere toeristen die in busjes om 4 uur uit San Pedro zijn weggereden, zien we de geisers nog een keer. Mét stoom, maar een stuk minder bijzonder omdat er zoveel mensen zijn. Waar wij gisteren het warme bad nog voor onszelf hadden, zit het nu helemaal vol, gheghe.
Na een havermoutontbijt gaan we weer op weg naar beneden; naar het westen (Chiu-Chiu). Maar dat gaat niet zomaar. Het fietsen op een slechte weg is normaliter al zwaar, maar op deze hoogte is de zuurstofspanning in je bloed lager dan op zeeniveau. Je bent hierdoor zo buiten adem en hebt weinig energie. Tot onze schrik gaat de weg nog een stuk omhoog. Ook is de weg hier geen weg, maar een zandbak. We doen er een paar uur over om de fietsen over de pas te duwen. Niet erg leuk. Daarna wordt de weg goed en de omgeving verrassend mooi. Er groeien plantjes en er lopen vicuñas. Én, de weg gaat gedurende 80 kilometer naar beneden! Stukken beter!

Om in Bolivia te komen moeten we de Andes doorkruisen. Jammer is dat we nu nog een keer omhoog moeten fietsen (naar 3700m hoogte). Gelukkig hebben we eens wind mee en is de weg goed. We kamperen mooi beschut naast een spoorrails in een opgedroogt meertje.

´s Ochtends worden we wakker doordat er 3 aaneengeschakelde locomotieven met zo'n 100 wagons op 10 meter van ons bedje voorbij komen rijden. We weten niet wat ons overkomt; een goede wekker! Vandaag klimmen we nog een stukje voordat we weer op een zoutvlakte belanden. Zout betekent dat de wegen goed zijn, maar deze keer niet! Er zitten veel ribbels in de weg en we hebben de wind tegen. Eigenlijk willen we nog iets verder fietsen, maar door de wind stoppen we toch bij wat we denken dat een mijndorp is, om wat beschutting te hebben voor de tent. Iemand stuurt ons naar de ´jefe´, de baas, iets verderop. We blijken terecht te zijn gekomen op een legerbasis. Door de militairen worden mijnen geruimd die hier zijn neergelegd tijdens de verschillende grensconflicten een aantal decennia geleden. Toeristen zijn hier ongewoon, waar wij blij om zijn: we worden meteen aan tafel gezet, krijgen eten en koffie, kunnen douchen en krijgen twee bedden in de slaapzaal! Zoveel luxe hadden we niet verwacht; er is zelfs een algemene ruimte met tv, tafelvoetbal en wifi. Prima!

Na een goede nacht krijgen we voordat we gaan nog een halve supermarkt aan broodjes, koekjes, yoghurt en fruit mee. Naar onze ´no gracias´ wordt niet geluisterd! Na nog geslapen te hebben in een dorpje van niks (Ollagüe), waar de kwaliteit van de internetverbinding afhangt van de windsnelheid, zijn we in Bolivia! De wegen moeten nu ontzettend slecht worden volgens de verhalen. Wij vinden ze prima. Over nog een zoutvlakte fietsen we verder, waarbij het enige probleem is dat je om de paar kilometer een weg moet kiezen (uiteraard zonder borden). Het is echt bijzonder om hier te fietsen. Er komt soms een 4x4 voorbij met toeristen die ons op de foto zetten of met mensen die vragen of ´todo bien´ is. Onze eerste nacht in Bolivia brengen we door in een klein dorpje (San Juan). We vragen ons af of het in de herberg überhaupt warmer is dan buiten, het kan in ieder geval nooit véél warmer zijn; ijskoud!

Nu maken we kennis met de echte Boliviaanse wegen; geen plat stukje te vinden en veel los zand. Na een tijdje komt de spierwitte Salar de Uyuni in zicht. We blijven er nog een tijd langs fietsen, of stuiteren, en we slapen, vlak voor de weg de salar opgaat, in een hotel van zout. De muren zijn van zout en op de grond ligge losse zoutkristallen.

De Salar de Uyuni (de op één na grootste zoutvlakte ter wereld) is heel bijzonder. Als het wit van de salar niet meteen overgaat in het blauw van de lucht, zie je vulkanen. Het lijkt alsof we over sneeuw fietsen. Een klein nadeeltje is dat de salar niet vlak is: keiharde opgedroogde zoutbergjes maken het verschrikkelijk oncomfortabel fietsen. Daarnaast zijn we helemaal ingepakt: pet op, buff om als een hoofddoek en zonnebril op. Niet omdat het koud is, maar als bescherming tegen de zon. Die is hier supersterk. Zonder zonnebril kun je moeilijk zien omdat alles zo wit en fel is. We komen niemand tegen totdat we bij een eiland in het midden zijn, want daar verzamelen zich alle 4x4's met toeristen. Wij slapen er als enige. De volgende dag wordt de zoutvlakte nóg erger. Na een dag fietsen hebben we letterlijk pijn aan onze ingewanden, omdat we zo hard door elkaar geschut zijn! Je kunt er wel leuke foto´s maken:


We moeten nog minstens twee dagen over een andere zoutvlakte (Salar de Coipasa) door Bolivia fietsen, voordat we weer in Chili zijn (lees: ´goede´ wegen hebben). De dagen zijn zwaar, maar mooi! We moeten een paar keer duwen door het losse zand en zijn constant op zoek naar het 'beste' paadje. Voordat we bij de grens zijn, komen we nog een rivier tegen, maar geen brug. Schoenen uit, broek omhoog en waden! Koud! Er ligt nog ijs aan de kant.


In Chili blijven we een dagje in een dorp van niks (Colchane), om een beetje bij te komen van Bolivia. Hierna is het plan dat we nog 4 dagen fietsen door de Chileense hoogvlakte; de Altiplano. Daarvoor moeten we wel nóg een stukje omhoog, naar 4300 meter. Daar doen we een dag over. Het begint goed, maar al snel moeten we weer een stuk duwen wat niet echt een succes is zonder zuurstof. Als we gaan kamperen komen onze slaapzakken goed van pas; ´s ochtends staat er ijs op de binnentent door onze adem! Goed ingepakt gaan we weer verder, maar het wordt er niet beter op. Als er een auto langskomt vragen we dus of we mee mogen, dat mag! We kunnen nu een stuk meer genieten van de mooie uitzichten en rijden met Urs uit Zwitserland helemaal mee door de hoogvlakte en terug naar de oceaan, naar Arica!

Na een paar weken op de hoogvlakte is het fijn om weer warme nachten te hebben. Nu hoeven we niet meer écht te gaan fietsen; Iquique, onze eindbestemming, ligt weliswaar nog 300 kilometer verderop, maar de weg gaat door de woestijn. En dat hebben we wel genoeg gezien! We gaan eerst maar ´s lekker relaxen op het strand en nog een beetje rondkijken in de stad. In de Azapa-vallei nemen we een kijkje bij mummie´s die ouder zijn dan de egyptische mummie´s (niet omdat ze zo goed konden mummificeren, maar omdat het hier zo droog is dat er weinig voor nodig is om iets zo lang te bewaren). Naar Iquique gaan we liften. We zijn blij dat we dit niet zijn gaan fietsen; vooral zand en stenen, maar belangrijker: twee hele lange en diepe kloven (30 km naar beneden, 30 km omhoog!) waar ons vrachtwagentje ook maar met 25 km per uur omhoog kachelt.

Een stukje van de route af ligt de Gigante de Atacama, een mannetje op een berg getekend door de bewoners een jaar of 1000 geleden. We stappen uit en fietsen erheen, het is al laat, dus zetten we ons tentje maar op onder de geoglief (linksboven de tent op de foto).


De volgende dag gaan we op weg naar Iquique, de eindbestemming! Onderweg komen we nog langs een supercool verlaten mijndorp (Santa Humberstone). We vermaken ons er een paar uur en dalen daarna af tot op zeeniveau.

Het laatste weekje Iquique is leuk, we bereiden de vlucht een beetje voor (fietsen inpakken), maar zijn vooral aan het relaxen. Je kunt hier vanalles doen, bijvoorbeeld surfen! Antoon neemt een les, die redelijk goed gaat, en de volgende dag huurt hij een board, wat dan weer minder succesvol is. Maar wat gaaf!


We hadden al eerder het idee om hier ook te gaan paragliden! Iquique is namelijk een van de betere plekken op de wereld voor een tandemvlucht, vanwege de hoge bergen die vlak langs de kust liggen. Supergaaf! Helemaal niet eng, maar, vanwege het vele draaien, wel een beetje misselijkmakend.


Morgen gaan we onze spulletjes nog even inpakken en dan op naar Nederland! We weten ondertussen niet meer hoe regen voelt, dus dat wordt zeker wennen ;) We maken nog een tussenstopje in Santiago waar we hopelijk van het vliegveld af kunnen om nog even langs Paula en Ricardo te gaan en daar te logeren. Onze vluchtdetails staan onder het kopje ´reis´, voor de geïnteresseerden. 


In Chili hebben we een aantal geweldige maanden beleefd. Vanuit de zuidelijkst gelegen stad ter wereld zijn we, via het uiterste noorden van Chili, nu beland in Iquique. Onze totale reisafstand bedraagt bijna 10.000 kilometer, waarvan we met de fiets iets meer dan 6100 kilometer hebben afgelegd. Alleen hierop zijn we al best trots! Het mooiste én het minst mooie van deze reis was het contact met de natuur. Het is super om over de pampa te fietsen, maar de extreme wind die daarbij hoort is verschrikkelijk (traumatiserend). Fietsen door de jungle is heel bijzonder, maar de regen maakt het nét iets minder leuk. Fietsen dichtbij de natuur betekent vaak fietsen op een slechte onverharde weg. Dit is soms frustrerend, zeker als die weg ook nog eens omhoog gaat én het daarbij waait of regent. We hebben in Chili sterrenhemels gezien zoals je die nergens in Europa kunt zien; we hebben dagen gefietst zonder andere mensen tegen te komen; we sliepen een aantal keer midden in de woestijn; we hebben prachtige wandelingen gemaakt... Op de fiets ben je ook dichterbij de mensen. We zijn door de Chilenen ontzettend fanatiek aangemoedigd. Dat leverde bij ons vaak een lach op. De Chilenen zijn erg gastvrij gebleken; we werden uitgenodigd in pick-ups, vrachtauto´s en bij mensen thuis en we hebben bij de carabineros en bij het leger geslapen. 
Chili is het rijkste land van Zuid Amerika en is erg op Europa-georiënteerd. De motor van de economie is de mijnbouw. Met koper wordt hier een heleboel geld verdiend. Ook de bosbouw en het toerisme doen het goed. De meeste bedrijven die in Chili opereren zijn echter niet Chileens, maar Amerikaans of Europees. Chili mist hierdoor een hoop van de opbrengst, maar verdient nog steeds een heleboel vanwege de vele banen en de hoge belastinginkomsten. Het land is overwegend modern; als je hier geld hebt kun je alles kopen wat in Nederland te koop is. Een aanzienlijk deel van de bevolking is echter niet zo welvarend. Volgens de wél welvarenden hebben zij dit voor een deel aan zichzelf te wijten. Chilenen vinden veel landgenoten lui. Vooral de Mapuche-bevolking zou lui zijn. Wat op straat opvalt, is het behoorlijke aantal tienerouders. Qua liefde en sex is men hier nog niet zo bij de tijd; er wordt jong getrouwd en de eerste kinderen komen soms al als de ouders zelf pas 14 jaar oud zijn. Bij groepjes jongeren zie je dan ook altijd wel baby´s of peuters. Wat we niet verwachtten, is dat de winkels op zondag open zijn. Dat is, zeker voor reizigers, echt ideaal! We kunnen nog een heleboel meer over Chili en over onze ervaringen vertellen, maar dat doen we wel in real life! Chili is een ideaal reisland, of je nu op de fiets, op de motor, met je eigen auto, of met de bus gaat, je zult een supertijd hebben, met een heleboel variatie. 

Bedankt voor jullie belangstelling en reacties en tot binnenkort!

Groetjes van Antoon en Mélanie

Ps. Oja! De foto´s: http://www.flickr.com/photos/73414255@N05/sets/72157630334385494/


vrijdag 25 mei 2012

La Serena - Calama



Omdat er in het noorden nog veel te zien is, willen we de komende 430 minder interessante kilometers snel afleggen. Liften gaat ons tot nu toe erg goed af, en omdat de fietsen makkelijker in of op een vrachtwagen passen dan in een bus of pick-up, gaan we een paar kilometer buiten La Serena weer langs de weg staan. Na een vrachtwagen of 5 kunnen we de fietsen op de lading binden! We zitten de hele dag te praten met Leopold (gebruinde Youp van ´t Hek). Het gaat weer lekker snel, behalve bergop; alle vrachtwagens die hier rijden vervoeren zware ladingen voor de mijnindustrie. Onderweg nog even bukken voor de carabineros (er is eigenlijk maar plaats voor één passagier), goed eten in een truckersrestaurant en ons even zorgen maken over de vraag of er vanochtend wel of niet nóg een dure generator op de vrachtwagen stond... ´s Avonds zijn we in Caldera!


Rondom Caldera is er alleen maar zand en stenen! Maar het ligt nog wel aan de kust. Hier blijven we een dagje om naar een mooi wit strand te gaan omringd door de droge Atacama woestijn (Bahia Inglesa). Erheen gaan we met de colectivo (soort deeltaxi), terug lopen we. In Caldera gaan we op een bankje zitten kijken naar kindjes die puppies van de glijbaan af laten glijden. Beetje zielig. Ook erg grappig.


Op de kustweg naar het noorden stoppen we bij een ´dierentuin van rotsen´. Daar zien we door erosie aangetaste rotsen die op dieren moeten lijken, maar er vooral erg apart uitzien.



De volgende dag gaan we van de hoofdweg af, om op een met zout gestabiliseerde weg verder te gaan (door er zeewater over te sproeien wordt de weg sterk hebben we begrepen). Dat stabiliseren met zout werkt verassend goed; op de meeste stukken lijkt het net asfalt. We komen nu door het natuurpark ´Pan de Azucar´, oftewel ´Suikerbrood´. Wat dat met het park te maken heeft weten we niet, maar het is wel erg mooi! Eerst een kustweg met links de oceaan en rechts mooie gekleurde rotsen, daarna gaan we met wind mee naar boven het binnenland in. Nog meer kleuren! Ondanks dat er geen plantje te zien is kijken we onze ogen uit. Waarom de woestijn echt heel mooi is, is moeilijk te beschrijven, overal zand, maar het ziet er nooit hetzelfde uit, je moet er zelf maar eens gaan kijken, gheghe ;). Dát het zo mooi is komt goed uit, want we moeten ons hier nog een maand vermaken! ´s Avonds slapen we bij een truckersrestaurant.






Wat het ook leuk maakt, is dat bijna alle chilenen ons aanmoedigen. Er wordt gezwaaid en we worden weer op foto´s gezet,  vrachtwagenchauffeurs moedigen ons extra aan door vlak naast ons de scheepshoorn te laten horen. Waarschijnlijk vinden ze het maar een raar idee om door een woestijn te gaan fietsen, en dat zijn we het met ze eens! Maar de indrukken van de eindeloze leegte, de hitte, de bergen, de kleuren, de wolkloze luchten en zo nu en dan een cactus, zijn eigenlijk alleen maar te beleven als je langzaam gaat, en het is super!




In Taltal hebben we nog een dagje om eigenlijk helemaal niks te doen. We gaan namelijk naar het Paranal observatorium waar ze alleen op zaterdag toeristen toelaten. Voordat we daar zijn moeten we nog een dag of 3 fietsen. De eerste dag fietsen we nog helemaal langs de kust, een weggetje dat ingesloten ligt tussen de oceaan en hoge bergen. We zijn verbaasd dat we in het 280 inwoners tellende Paposo nog een hostel kunnen vinden. We hebben zelfs tv! Wel een koude douche met water uit een grote tank op het dak, die we eigenlijk niet kunnen overslaan omdat we de volgende 4 dagen waarschijnlijk niet kunnen douchen...




Nog even goed kijken naar hoeveel eten we nodig hebben en vooral hoeveel water. Dit is namelijk de droogste woestijn ter wereld en we gaan een heel eind omhoog! 20 liter water (= 20 kilo = veel!) voor 2 en een halve dag! Dan zijn we bij het Paranal observatorium en kunnen we vast wel weer wat water bijtanken. 




De klim kan beginnen. En die begint ook meteen met een hoogteverschil van 1300 meter over 18 km! Het kost ongeveer 4 uur (wat we nog best snel vinden) over een mooie bochtige weg langs mijnen. Op de helft fietsen we boven de wolken uit en wordt het nog een stuk warmer. Dat er al 4 maanden fietsen op zit merken we goed, eenmaal boven valt het best mee! We zijn trouwens nog lang niet boven, maar vanaf nu is het een stuk minder steil. Eerst maar een nachtje doorbrengen in de woestijn! We kiezen een plekje een stuk van de weg af en zetten ons tentje op. Het begint een beetje te waaien vanuit het noorden, de wind in het zuiden van Chili heeft ons lichtelijk getraumatiseerd en we zetten de stormlijnen voor de zekerheid maar vast. Als we in de tent liggen voelen we onze eerste aardbeving! Je hoort hem aan komen 'rollen'; het is hier namelijk doodstil. Het duurt maar 3 seconden, en het is niet veel meer dan een schok, maar toch! De maanloze nacht is superbijzonder! Er zijn zoveel sterren te zien en de melkweg is heel erg helder!



De klim naar boven gaat een beetje op en neer. De weg zelf is vooral erg rechtdoor, we zien auto´s al van ver aankomen en ze doen er heel lang over voordat ze bij ons zijn. Het laatste stukje naar het observatorium is heel erg steil, maar met elke meter wordt het uitzicht mooier. En dan... zien we de witte gebouwen van het observatorium liggen! Op 2400 meter hoogte! Het uitzicht is niet over de oceaan, maar over een zee van wolken, ver onder ons. 


Nog 200 meter hoger staan de gebouwen met de telescopen. Morgen gaan we daar een kijkje nemen. We mogen jammergenoeg niet in het Residencial slapen (wat door James Bond nog is opgeblazen in de film Quantum of Solace), dat is alleen voor medewerkers... Tentje dan maar! Net voor zonsondergang zien we de astronomen aan hun werkdag beginnen; ze rijden de berg op naar het controlecentrum bij de telescopen. Voor de verandering zien we de zon ondergaan in de wolken!




´s Nachts is het minstens even mooi als overdag! Het observatorium is bijna niet verlicht en op de weg naar de telescopen rijden de auto´s zonder licht. Dit allemaal om de telescoopbeelden niet te verstoren. De rondleiding krijgen we de volgende dag. Er staan 4 gigantische telescopen met spiegels van 8,2 meter in doorsnede; de grootste van de wereld. We hebben een privé-rondleiding want we zijn de enige buitenlanders die een engelse rondleiding willen. We kunnen al wel een beetje spaans, maar we zijn geen 2400 meter omhoog gefietst om de helft van het verhaal te missen! Voordat we weer naar beneden fietsen komen we nog een paar Nederlanders uit Antofagasta (de volgende grote stad) tegen die hier F16 monteurs opleiden, Chili heeft er namelijk een paar (in totaal 36) van ons gekocht. 


Nog 1 nachtje in de woestijn en dan 95 kilometer naar beneden fietsen! De eerste 40 km halen we een gemiddelde van 35 km per uur, dat schiet tenminste op! Nog een uurtje of 2 verder staan we bovenaan een steile afdaling naar Antofagasta. Omleiding... En een omleiding in Chili betekent dat je een berg over moet... Daar hebben we geen zin in, het ergste dat er kan gebeuren is dat we even door een stukje zand moeten ploegen toch? We fietsen tussen de afzetting door. Dit schiet weer lekker op! Geen verkeer, er zijn alleen een paar mensen bezig aan de weg, vandaar de omleiding. Totdat een man ons roept en zegt dat we niet verder kunnen. Op de vraag of fietsers er wél langs kunnen maakt hij een gebaar met zijn armen wat lijkt op een explosie... Oja, dat kan natuurlijk ook nog in de bergen... Nu we nóg 8 km naar beneden zijn gefietst hebben we helemaal geen zin meer om terug te fietsen. De man wordt genegeerd en we gaan ervan uit dat er wel een afzetting is als ze echt met explosieven bezig zijn. De volgende paar bochtjes zijn toch wel een beetje eng! Even later zien we nog een paar mensen waar we nog even checken of we er niet gewoon langs kunnen. Ze lachen op de vraag of er explosieven gebruikt worden (´No hay BOEM aqui?´), en semi-gerustgesteld fietsen we de rest van de weg naar beneden. Hebben we toch mooi weer 2 uur fietsen bespaard!






Antofagasta is groot en ze hebben er douches! En lekker eten! Dat is wel fijn na 4 dagen. Als we ´s avonds na het eten nog even op een terrasje zitten zien we een van de F16 Nederlanders zitten met een collega en we schuiven aan om de rest van de avond met ze te praten, bier te drinken en te lachen! De volgende dag wordt dit wegens succes herhaald.




In Antofagasta bereiden we ons een beetje voor op de rest van de woestijn. Even naar de fietsenmaker (die er niet veel zijn) om de een schakeltje uit de kettingen te halen, die de laatste tijd niet meer verder gespannen konden worden. We zoeken naar waterfiltertabletten die we nergens kunnen vinden, en we plannen hoeveel dagen we nodig hebben voor dit stuk. Omdat we verder in het noorden nog veel mooie dingen kunnen zien besluiten we dat we nog een stuk liften om daar meer tijd voor te hebben. 


Dat liften valt voor het eerst deze reis tegen! Niet omdat er weinig mensen zijn die ons mee willen nemen, maar omdat we maar weinig vrachtwagens zien waar de fietsen nog bij kunnen. Er rijden vooral veel tankwagens met water en bakken vol spullen uit de mijnen. We moeten, mede door een laat vertrek omdat we nog een tijd met een Duitse fietser praatten, een nachtje slapen langs de weg (wat we wel gewend zijn en wat best goed te doen is; er is namelijk helemaal niks).


Nu zijn we in Calama. Morgen gaan we naar de Chuquicamata mijn (onuitspreekbaar). De op één na grootste ´open-pit´ mijn in de wereld. Daarna is San Pedro de Atacama aan de beurt alwaar we waarschijnlijk een miljoen foto´s gaan maken. Het schijnt daar mooi te zijn!


Ciao!


Ps. Het volgende verhaal zou wel eens lang kunnen duren. We fietsen door Bolivia (Salar de Uyuni) en vooral door the middle of nowhere. We hebben geen idee wanneer we weer een internetverbinding hebben die een verhaal toelaat... 


Ps 2. De foto´s op Flickr staan in de set Concepcion - Calama, daar staan de foto´s van het vorige verhaal ook in. (Klik links op ´klik hier voor alle foto´s´)

donderdag 10 mei 2012

Concepción - La Serena

Voordat we vanuit Concepción weer de binnenlanden in gaan moeten we nog een stuk over een drukke weg langs de kust. Na een eindeloze klim na Tome, die (natuurlijk) over het hoogste punt van de omgeving gaat, zijn we weer terug in het "ardennenachtige" heuvelgebied. De heuvels kosten vaak veel energie; steil omhoog, 15 minuten, steil naar beneden, 2 minuten. Het voelt alsof je de hele dag omhoog aan het trappen bent. De volgende dag besluiten we dan ook om maar weer terug naar de kust te gaan; het heuvelgebied is niet erg spectaculair en de komende dagen lijken hetzelfde te blijven.
Terug naar de kust! Na nog een bergje volgt een hele lange afdaling. Als we uit een bocht komen zien we iets "kleins" over de weg lopen, een spin! Tarantula! Even later zien we er nog een en we nemen ons voor om de tent 's nachts goed dicht te doen.
De kust is hier mooi! Grote golven uit de oceaan breken met veel geweld op het strand en op een rotseiland 50 meter uit de kust. Het eiland is gevuld met honderden zeeleeuwen die je soms boven het geluid van de golven uit hoort brullen. Op het strand ligt een dode zeeleeuw waar een groepje gieren omheen zit en waarnaar we blijven kijken totdat het donker wordt. We komen de volgende ochtend terug om de zeeleeuwen nog wat beter te kunnen zien. Het zijn er veel meer dan we de vorige dag dachten te zien! Ze hebben zichtbaar moeite om het eiland op te komen vanwege de hoge golven. Zo´n 8 km noordelijker gaan we kijken naar een rots die "iglesia de piedra" heet, de "kerkrots". Een grote rots met een openingen richting de zee, waar de golven door naar binnen komen. We blijven weer heel lang kijken naar het geweld van de golven en de supermooie kust!

We fietsen nu langs een paar dorpjes waar in de zomer veel gesurft wordt. Mooie kusten, nog meer grote golven, verlaten stranden en hoge rotsen met mooie uitzichten. We zijn blij dat we deze route hebben genomen!
Vanaf Constitución gaat er een boemeltreintje door een mooi rivierdal. Die vertrekt om 7 uur ' s ochtends; vroeg op dus! De trein is klein en oud, hij gaat niet snel en schud hard heen en weer. Hij stopt op plaatsen waar huisjes (soms maar 1) staan, in the middle of nowhere en zonder station. Onderweg moeten we ook regelmatig stoppen voor koeien of honden op de rails. Het Maulledal en de reis zijn heel erg mooi!



Omdat we zo vroeg weg zijn gegaan, kunnen we nog een stuk verder met een andere, moderne, trein. We stappen over in Talca, wat een maand geleden nog getroffen is door een zware aardbeving waardoor veel gebouwen zijn beschadigd en sommige daken zijn ingestort. Wij hebben tot nu toe nog geen aardbeving gevoeld, en zijn stiekem ook wel een beetje benieuwd hoe dat is. 's Middags fietsen we nog een stukje naar Santa Cruz, midden in een belangrijke wijnvallei.
De volgende dag fietsen we naar een kustplaatsje, Bucalemu. In 2010 is onder andere hier een tsunami geweest. Dat is ook terug te zien. Van de hosteleigenaar horen we dat het water 1 verdieping hoog heeft gestaan en op foto's van hem zien we de gevolgen.
Nog een klein stukje langs de kust, en dan richting Santiago! Onderweg stoppen we bij een populaire surfspot waar ook een paar surfers zijn, we hebben nu 4000 km gefietst!


Omdat we geen zin hebben om nog 3 dagen door de heuvels te fietsen nemen we de bus; 4 uurtjes en we zitten midden in de stad! We bellen de mensen op waarvan we tijdens de lift naar de Termas Geometricas het nummer hebben gekregen, en we kunnen daar slapen! Chill! Ze komen ons halen met de auto. Die is te klein voor onze fietsen, dus racen we er achteraan. We mogen op de zolder slapen de komende dagen!
Santiago is leuk en relaxed, mede doordat we ons al snel thuis voelen bij Paula en Ricardo. We verkennen de stad en de uitzichtpunten, er is hier altijd veel smog dus erg ver kunnen we niet kijken, het is wel mooi! Zeker als het donker wordt en er een zee van lichtjes verschijnt.


We moeten hier ook nog onze toeristenkaart laten verlengen. Dat betekent 2 uur in de rij en veel te veel betalen bij een of ander bureau waar ze een nieuw stempeltje zetten. Paula en Ricardo nemen ons mee naar het rijke stuk van Santiago en naar hun ouders waar we traditioneel chileens eten, heel lekker! We praten veel over de verschillen tussen Nederland en Chili, en kijken goede chileense films, Ricardo's hobby. Op de laatste avond worden we mee uit eten genomen, Chileens eten (vlees!) en live muziek. Paula en Ricardo hebben gezorgd dat de zanger onze namen noemt en de reis die we maken en ze wensen ons succes, we krijgen applaus van iedereen! Haha!
Eigenlijk vinden we het jammer om weer weg te gaan, maar Valparaíso wacht, de volgende grote kustplaats. De hele route is snelweg en er zitten twee tunnels in. Bij de eerste tunnel staat er een servicewagen speciaal voor fietsers; fietsen achterin en we worden door de tunnel gereden. Bij de tweede tunnel is die service er niet. Er is ook geen vluchtstrook en aangezien we niks weten over de tunnel lijkt het ons geen goed idee om er doorheen te fietsen. Liften dus. We worden vrijwel meteen opgepikt door een vrachtwagen die ook naar Valparaíso moet. De chauffeur vindt het vanzelfsprekend dat we helemaal meerijden.

Valparaíso is mooi! De stad is gebouwd op bergjes. Er zijn dus veel mooie uitzichtpunten. We slapen in een heel mooi hostel. Midden in het oude centrum met zijn gekleurde huizen en muurschilderingen. Eigenlijk hoeven we hier alleen maar rond te lopen, want overal heb je weer andere uitzichten en de huizen zijn overal mooi.




Na Valparaíso fietsen we nog een stukje langs de kust. Een mooie kustweg langs mooie steden (Viña del Mar). De huizen daar zijn duidelijk van de rijkere Chilenen; ze staan in bewaakte wijken en hebben automatische grasmaaiers. We merken dat we in het laagseizoen zijn; een 100-plaatsen-camping voor ons alleen! De geiser zelf aansteken voor een warme douche hebben we ook al vaker moeten doen.
Het landschap begint nu al meer op woestijn te lijken; weinig begroeiing, als je de cactussen niet meetelt. De komende honderden kilometers blijven hetzelfde. Daarom besluiten we om te gaan liften met een tussenstop in een vallei die wel mooi schijnt te zijn. We belanden weer op een camping (Termas de Socos) waar niemand anders staat; het is er echt mooi en we blijven een dagje om de fietsen schoon te maken en te relaxen in de zon.
De volgende dag wijken we even van de route naar Ovalle af om door een vallei (Valle del Encanto) te lopen waar in rotsen mannetjes te zien zijn die 2000 jaar geleden zijn uitgeschraapt.




Om vanuit La Serena de volgende mooie vallei (Valle de Elqui) niet heen en weer te hoeven fietsen nemen we de bus omhoog :D. Terug fietsen we. Het is een bijzondere route; droge kale bergen met er tussenin groene wijngaarden, weer erg mooi! De terugweg gaat snel, als we iets wits in de berm zien liggen rijden we er daarom eerst voorbij. Dode beesten (vooral honden) langs de weg zijn hier niet bijzonder, maar omdat deze vogel wit is zijn we toch benieuwd en keren om. Het is een kerkuil, en hij blijkt nog te leven! Z'n pootje is door midden gebroken, maar voor de rest lijkt er niks mee aan de hand. We vinden eigenlijk dat we er wel wat mee moeten doen, maar 50 km achterop een fiets lijkt ons dan weer niet zo'n goed idee. We weten eigenlijk ook niet hoe mensen hier denken over dieren, maar omdat het zo'n mooi beestje is houden we toch maar een vrachtwagentje aan. De man hoopt waarschijnlijk op wat gezelschap op weg naar de stad, maar wij zadelen hem op met een half dode uil! Hij lijkt het toch met ons eens te zijn en we zien de uil ook niet opnieuw in de berm liggen op weg naar beneden.

In La Serena bereiden we ons voor op een stuk fietsen in de woestijn; extra plakspullen, waterzakken en noodeten. Morgen gaan we nog 350 km liften naar Copiapo, dan fietsen we naar de Very Large Telescope op de Paranalberg en verder...

maandag 16 april 2012

Ancud - Concepción

Ons rondje op het eiland Chiloe begint goed. We zijn uit de bergen en de weg is weer geasfalteerd! Na een kilometer of 20 slaan we af richting Chépu en moeten we over een rottige zandweg met stenen verder... Antoon vindt een mobiel langs de kant van de weg. Komt goed uit, want die van Mélanie zijn we een week daarvoor kwijt geraakt. Niet dat we ermee bellen, maar we kunnen hem gebruiken als nieuwe wekker. De eigenaar hoeft hem blijkbaar ook niet terug, want op onze smsjes wordt niet gereageerd. ´s Avonds willen we nog even richting de zee lopen en we komen op het goede idee om van het zandpad af te wijken om op een duin te komen. Na 10 minuten komen we bij een moerasje en als we daar omheen zijn worden de (Nalca-) planten zo groot dat we de duin bijna niet kunnen bereiken. Omdat het bijna donker wordt moeten we ons ook nog haasten. Maar het was leuk en mooi ;)

Castro is de volgende stad op Chiloe die schijnbaar zeer de moeite waard is. Er zijn daar ´Palafito´s´; op palen gebouwde huisjes langs de kust. We snappen het nut ervan niet echt, want er is zat ruimte op het land. De stad zelf vinden we eigenlijk niet heel bijzonder. De kerk die op het eerste gezicht best mooi is, blijkt van dichterbij bekleed met golfplaten met een steenpatroon. De verf bladdert af. Doorfietsen maar weer! Nu weer over onverharde wegen.

Als we in Dalcahue komen, komt er een pluizige zwerfhond bij ons lopen. We hebben hem niks gegeven (ook geen aandacht), maar blijkbaar vindt ie ons wel gezellig. De komende 12 kilometer loopt ie met ons mee. De weg is hier echt heel slecht dus hij kan het makkelijk bijhouden als wij met z´n tweeën één voor één de fietsen omhoog duwen en met 5 kilometer per uur naar beneden hobbelen. De slechte weg wordt goedgemaakt door een supermooi uitzicht op de Andes aan de overkant van de baai, waar we de afgelopen weken gefietst hebben! In het water liggen honderden ´Fish-farms´ waar zalmen gekweekt worden. Onderweg zien we (en ruiken we!) dan ook veel zalmtransporten en -fabrieken.


Na nog een paar kilometer onverharde weg zien we weer asfalt! We hebben blijkbaar niet de goede route genomen, want deze weg komt ook vanaf het stadje... Nu kan onze gezelschapshond ons niet meer bijhouden, hij probeert het echter wel! Het is zonnig en warm. Wolfje (:D) blijft maar rennen. Best zielig, maar we kunnen hem moeilijk achterop de fiets zetten. Vlak voor een bocht zien we hem voor het laatst. Een kilometer achter ons en nog steeds aan het lopen...

De volgende dag rijden we vanaf Quemchi weer een lastig stuk onverhard. Er komt na 10 kilometer een man in een vrachtautootje voorbij die vraagt of we met hem mee willen rijden. Tuurlijk! Fietsen achterop, wij achterop, en rijden maar :D Hij moet nog wel even een adresje vinden waar hij een paar honderd kilo kunstmest moet afleveren. Het probleem hier is dat de huizen geen adressen hebben. Na een paar keer gestopt te zijn om te vragen naar het huis van de klant en na een rondritje door de binnenlanden van Chiloe worden we weer afgezet op de route richting de pont terug naar het vaste land. Nu kunnen we Puerto Montt (de eerste echt grote stad die we tegen gaan komen) vandaag nog halen! Wij sjezen keihard over de Ruta 5, ondertussen bedenkend welk McMenu we willen!


Over Puerto Montt wordt eigenlijk niet zoveel positiefs gemeld (ook wel ´Muerto Montt´ genoemd), maar na twee maanden houten dorpjes vinden we het een prima stad om even in rond te lopen en de malls te bekijken, ook al kunnen we niks meenemen op de fiets.

We komen nu in het merengebied en in de buurt van de grote vulkanen. Die konden we al zien vanaf Ancud, ongeveer 150 km verder weg. Naar het merengebied zijn, ook al vóór het einde van de Tweede Wereldoorlog, veel Duitsers verhuisd. De Duitse invloeden zijn duidelijk zichtbaar in bijvoorbeeld Puerto Varas: küchen (taart), Duitse scholen, goede wegen, fietspaden, mooie huizen, betere supermarkten enz...

In Ensenada zetten we ons tentje op aan de voet van vulkaan Osorno, 2652 meter hoog. De volgende dag besluiten we om vanaf zeeniveau de vulkaan op te fietsen (alle spullen laten we beneden)! Het hoogste punt waar we kunnen komen is 1240 meter.  Daar doen we dan ook twee uur over, maar zonder bepakking valt het eigenlijk best mee. Het uitzicht is super! We nemen de tijd en wandelen nog een klein stukje verder omhoog over de zwarte puimstenen. Nu nog even terugfietsen... En dat gaat hard! Superhard! Het eerste steilste stuk gaat Antoon meteen 80 km/uur, en dat kon nog veel harder! Maar voor de zekerheid toch maar even de rem erop. Daarna is het echt racen. Lekker ´plat´ door de bochten en op de rechte stukken keihard trappen. Maximum 81 km/uur (trappen heeft dan niet veel zin meer) en met bloedhete velgen van het remmen komen we beneden aan. Alleen daar hadden we al 2 uur omhoog fietsen voor over!


Als we de volgende dag weer weg willen gaan, valt het ons op dat er een tas leger is dan normaal. Op de een of andere mysterieuze manier zijn we een regenbroek kwijt... Die hebben we al minstens 2 weken niet nodig gehad dus we hebben geen idee waar die is. Gelukkig blijft het weer de komende dagen goed. 

Na de vulkaan is het landschap heuvelachtig en niet echt spectaculair, we fietsen wel lekker door want de wegen en het weer zijn goed. ´s Avonds op een camping in Entre Lagos barbequen we. De volgende dag staat ons weer een ontzettend slechte weg te wachten. We besluiten af te slaan richting het westen en als het al best laat is kunnen we kiezen om te stoppen of om nog even over de snelweg te racen. We kiezen voor het laatste. In 5 minuten snelweg zien we al 20 situaties die in nederland www.nu.nl/opmerkelijk zeker zouden halen. De uit elkaar vallende auto´s zijn we ondertussen wel gewend, die rijden hier maximaal 50 km/uur. Als je een afslag gemist hebt kun je gerust een stukje achteruit rijden. Met je tractor op de snelweg? Geen probleem. Met je fiets over de snelweg? Tuurlijk. Met je fiets tegen de richting inrijden? Ja joh. De snelweg oversteken 20 meter vanaf een voetgangersbrug? Doet iedereen. Voor de barrels die hier rijden wordt wel goed gezorgd, er is ongeveer elke kilometer een ´calle de servicio´, oftwel stopplaats voor kapotte auto´s. In de 30 km snelweg die we fietsen vermaken we ons prima! Met een korte lift achterin een pickup komen we in het donker in Valdivia aan. De eerste studentenstad. Die zijn toevallig net aan de ontgroening bezig. Grappig, want overal in de stad lopen om geld bedelende, stinkende, vieze studenten met kapotte kleren, ghehe.

Langs de rivier staat een vismarkt. Daar is een groep zeeleeuwen ook achter gekomen en die liggen hier te wachten op stukken vis. ´s Avonds gaan ze met z´n allen op een vlonder liggen en slapen of maken rare geluiden, zeker als er een zeeleeuw bij wil. Die wordt in de meeste gevallen weer weggejaagd, best grappig om even bij te blijven kijken. We kopen hier een nieuwe regenbroek, gaan naar de film voor 2,5 euro per persoon (Wrath of the Titans, niet heengaan, slechte film, wisten wij eigenlijk ook wel, maar het was zó goedkoop en we hadden zin in de bios!) en Antoon gaat naar de kapper voor 5 euro.


Vanuit Valdivia fietsen we ook nog heen en weer naar Niebla. Er staat daar een ruïne van een Spaans fort dat is gebouwd om het veroverde gebied te verdedigen tegen de Nederlanders en Engelsen. In het kleine museum zien we ook nog Nederlandse kaarten; wel grappig.

Als we weer op weg willen gaan regent het. Daar hebben we geen zin; het beloofde toch al niet zo´n spannende dag te gaan worden. We vinden de bus een prima optie! Na een uur wachten (een grote bus bleek een kleine te zijn waar onze fietsen niet in konden) lekker relaxed met nog 80 anderen in een bus waar 43 mensen in mogen. De volgende dag fietsen we nog een klein stukje en komen we aan in Coñaripe, aan de voet van vulkaan Villarrica. We kunnen er echter niks van zien; het is bewolkt. Hier zijn wel hele mooie thermen naar het schijnt. Dan gaan we daar maar heen! Vinden we ook niet erg ;). De weg erheen is alleen wel omhoog, van modder, en 16 km lang... Een taxi vinden we te duur, dus we proberen te liften. Na 5 minuten stopt er een grote auto waar we wel in kunnen (bij elkaar op schoot want er zitten al 4 mensen in). De thermen zijn supermooi; 20 baden in een kloof waar een riviertje doorheen loopt. We regelen meteen een lift terug met een paar aardige Argentijnen. Als de mensen van de eerste lift weggaan, krijgen we nog een telefoonnummer voor als we in Santiago zijn. Dan kunnen we daar logeren!


Nu gaan we op weg naar het Nationale Park Conguillio. We krijgen vulkaan Villarrica onderweg toch nog even te zien als het weer zonnig wordt! 


Voor het park geven onze kilometertellers 3000km aan! Vandaag wordt een dagje omhoog fietsen. We moeten over de pas tussen de twee vulkanen die hier liggen. Het maakt hier echter helemaal niet uit dat we langzaam gaan, want het is écht mooi! Groene bossen met grote ´monkey puzzle trees´ worden afgewisseld met de zwarte afgekoelde lavastromen. Die lavastromen hebben riviertjes afgedamd waar nu meertjes zijn met dode bossen erin. Onderweg fietsen we door ´volcano risk areas´. Vulkaan Llaima is namelijk nog actief en is in 2008 voor het laatst uitgebarsten! Dit is zéker één van de mooiere gebieden die we gezien hebben!


De volgende dagen gaan we snel; we fietsen door een gebied waar veel hout wordt vervoerd en verwerkt. Er denderen om de paar minuten vrachtwagens voorbij vol boomstammen. Bergop rijden ze niet veel harder dan wij; bergaf halen we ze in! We fietsen in 4 dagen 360 kilometer; ook omdat er niet écht wat bijzonders te zien is hier. Beetje Europees landschap.

Vlak voor Concepción gaan we de kolenmijn van Lota in (Chiflón del Diablo). Deze bevinden zich voor een groot gedeelte onder de zee! Onze gids is klein en loopt redelijk makkelijk door de mijn. Voor ons Nederlanders is het iets moeilijker. We luisteren naar zijn verhalen met een scheef hoofd.


Nu in Concepción zitten we de hele dag achter de computer om een nieuw verhaal te typen én om alle foto´s op Flickr te zetten!

De fotoalbums horen bij de verhalen met dezelfde titels. Je vindt ze hieronder:
Foto´s El Chaltén - Coyhaique klik HIER
Foto´s Coyhaique - Ancud klik HIER
Foto´s Ancud - Concepción klik HIER

Op veler verzoek ook nog een weekje avondeten van Antoon en Mélanie. Deze week is niet helemaal representatief, omdat we nu weer in bewoond gebied zijn. De twee maanden in het zuiden aten we vooral pasta met tomatensaus, of soep met pasta...








 Ciaaoooo!