vrijdag 25 mei 2012

La Serena - Calama



Omdat er in het noorden nog veel te zien is, willen we de komende 430 minder interessante kilometers snel afleggen. Liften gaat ons tot nu toe erg goed af, en omdat de fietsen makkelijker in of op een vrachtwagen passen dan in een bus of pick-up, gaan we een paar kilometer buiten La Serena weer langs de weg staan. Na een vrachtwagen of 5 kunnen we de fietsen op de lading binden! We zitten de hele dag te praten met Leopold (gebruinde Youp van ´t Hek). Het gaat weer lekker snel, behalve bergop; alle vrachtwagens die hier rijden vervoeren zware ladingen voor de mijnindustrie. Onderweg nog even bukken voor de carabineros (er is eigenlijk maar plaats voor één passagier), goed eten in een truckersrestaurant en ons even zorgen maken over de vraag of er vanochtend wel of niet nóg een dure generator op de vrachtwagen stond... ´s Avonds zijn we in Caldera!


Rondom Caldera is er alleen maar zand en stenen! Maar het ligt nog wel aan de kust. Hier blijven we een dagje om naar een mooi wit strand te gaan omringd door de droge Atacama woestijn (Bahia Inglesa). Erheen gaan we met de colectivo (soort deeltaxi), terug lopen we. In Caldera gaan we op een bankje zitten kijken naar kindjes die puppies van de glijbaan af laten glijden. Beetje zielig. Ook erg grappig.


Op de kustweg naar het noorden stoppen we bij een ´dierentuin van rotsen´. Daar zien we door erosie aangetaste rotsen die op dieren moeten lijken, maar er vooral erg apart uitzien.



De volgende dag gaan we van de hoofdweg af, om op een met zout gestabiliseerde weg verder te gaan (door er zeewater over te sproeien wordt de weg sterk hebben we begrepen). Dat stabiliseren met zout werkt verassend goed; op de meeste stukken lijkt het net asfalt. We komen nu door het natuurpark ´Pan de Azucar´, oftewel ´Suikerbrood´. Wat dat met het park te maken heeft weten we niet, maar het is wel erg mooi! Eerst een kustweg met links de oceaan en rechts mooie gekleurde rotsen, daarna gaan we met wind mee naar boven het binnenland in. Nog meer kleuren! Ondanks dat er geen plantje te zien is kijken we onze ogen uit. Waarom de woestijn echt heel mooi is, is moeilijk te beschrijven, overal zand, maar het ziet er nooit hetzelfde uit, je moet er zelf maar eens gaan kijken, gheghe ;). Dát het zo mooi is komt goed uit, want we moeten ons hier nog een maand vermaken! ´s Avonds slapen we bij een truckersrestaurant.






Wat het ook leuk maakt, is dat bijna alle chilenen ons aanmoedigen. Er wordt gezwaaid en we worden weer op foto´s gezet,  vrachtwagenchauffeurs moedigen ons extra aan door vlak naast ons de scheepshoorn te laten horen. Waarschijnlijk vinden ze het maar een raar idee om door een woestijn te gaan fietsen, en dat zijn we het met ze eens! Maar de indrukken van de eindeloze leegte, de hitte, de bergen, de kleuren, de wolkloze luchten en zo nu en dan een cactus, zijn eigenlijk alleen maar te beleven als je langzaam gaat, en het is super!




In Taltal hebben we nog een dagje om eigenlijk helemaal niks te doen. We gaan namelijk naar het Paranal observatorium waar ze alleen op zaterdag toeristen toelaten. Voordat we daar zijn moeten we nog een dag of 3 fietsen. De eerste dag fietsen we nog helemaal langs de kust, een weggetje dat ingesloten ligt tussen de oceaan en hoge bergen. We zijn verbaasd dat we in het 280 inwoners tellende Paposo nog een hostel kunnen vinden. We hebben zelfs tv! Wel een koude douche met water uit een grote tank op het dak, die we eigenlijk niet kunnen overslaan omdat we de volgende 4 dagen waarschijnlijk niet kunnen douchen...




Nog even goed kijken naar hoeveel eten we nodig hebben en vooral hoeveel water. Dit is namelijk de droogste woestijn ter wereld en we gaan een heel eind omhoog! 20 liter water (= 20 kilo = veel!) voor 2 en een halve dag! Dan zijn we bij het Paranal observatorium en kunnen we vast wel weer wat water bijtanken. 




De klim kan beginnen. En die begint ook meteen met een hoogteverschil van 1300 meter over 18 km! Het kost ongeveer 4 uur (wat we nog best snel vinden) over een mooie bochtige weg langs mijnen. Op de helft fietsen we boven de wolken uit en wordt het nog een stuk warmer. Dat er al 4 maanden fietsen op zit merken we goed, eenmaal boven valt het best mee! We zijn trouwens nog lang niet boven, maar vanaf nu is het een stuk minder steil. Eerst maar een nachtje doorbrengen in de woestijn! We kiezen een plekje een stuk van de weg af en zetten ons tentje op. Het begint een beetje te waaien vanuit het noorden, de wind in het zuiden van Chili heeft ons lichtelijk getraumatiseerd en we zetten de stormlijnen voor de zekerheid maar vast. Als we in de tent liggen voelen we onze eerste aardbeving! Je hoort hem aan komen 'rollen'; het is hier namelijk doodstil. Het duurt maar 3 seconden, en het is niet veel meer dan een schok, maar toch! De maanloze nacht is superbijzonder! Er zijn zoveel sterren te zien en de melkweg is heel erg helder!



De klim naar boven gaat een beetje op en neer. De weg zelf is vooral erg rechtdoor, we zien auto´s al van ver aankomen en ze doen er heel lang over voordat ze bij ons zijn. Het laatste stukje naar het observatorium is heel erg steil, maar met elke meter wordt het uitzicht mooier. En dan... zien we de witte gebouwen van het observatorium liggen! Op 2400 meter hoogte! Het uitzicht is niet over de oceaan, maar over een zee van wolken, ver onder ons. 


Nog 200 meter hoger staan de gebouwen met de telescopen. Morgen gaan we daar een kijkje nemen. We mogen jammergenoeg niet in het Residencial slapen (wat door James Bond nog is opgeblazen in de film Quantum of Solace), dat is alleen voor medewerkers... Tentje dan maar! Net voor zonsondergang zien we de astronomen aan hun werkdag beginnen; ze rijden de berg op naar het controlecentrum bij de telescopen. Voor de verandering zien we de zon ondergaan in de wolken!




´s Nachts is het minstens even mooi als overdag! Het observatorium is bijna niet verlicht en op de weg naar de telescopen rijden de auto´s zonder licht. Dit allemaal om de telescoopbeelden niet te verstoren. De rondleiding krijgen we de volgende dag. Er staan 4 gigantische telescopen met spiegels van 8,2 meter in doorsnede; de grootste van de wereld. We hebben een privé-rondleiding want we zijn de enige buitenlanders die een engelse rondleiding willen. We kunnen al wel een beetje spaans, maar we zijn geen 2400 meter omhoog gefietst om de helft van het verhaal te missen! Voordat we weer naar beneden fietsen komen we nog een paar Nederlanders uit Antofagasta (de volgende grote stad) tegen die hier F16 monteurs opleiden, Chili heeft er namelijk een paar (in totaal 36) van ons gekocht. 


Nog 1 nachtje in de woestijn en dan 95 kilometer naar beneden fietsen! De eerste 40 km halen we een gemiddelde van 35 km per uur, dat schiet tenminste op! Nog een uurtje of 2 verder staan we bovenaan een steile afdaling naar Antofagasta. Omleiding... En een omleiding in Chili betekent dat je een berg over moet... Daar hebben we geen zin in, het ergste dat er kan gebeuren is dat we even door een stukje zand moeten ploegen toch? We fietsen tussen de afzetting door. Dit schiet weer lekker op! Geen verkeer, er zijn alleen een paar mensen bezig aan de weg, vandaar de omleiding. Totdat een man ons roept en zegt dat we niet verder kunnen. Op de vraag of fietsers er wél langs kunnen maakt hij een gebaar met zijn armen wat lijkt op een explosie... Oja, dat kan natuurlijk ook nog in de bergen... Nu we nóg 8 km naar beneden zijn gefietst hebben we helemaal geen zin meer om terug te fietsen. De man wordt genegeerd en we gaan ervan uit dat er wel een afzetting is als ze echt met explosieven bezig zijn. De volgende paar bochtjes zijn toch wel een beetje eng! Even later zien we nog een paar mensen waar we nog even checken of we er niet gewoon langs kunnen. Ze lachen op de vraag of er explosieven gebruikt worden (´No hay BOEM aqui?´), en semi-gerustgesteld fietsen we de rest van de weg naar beneden. Hebben we toch mooi weer 2 uur fietsen bespaard!






Antofagasta is groot en ze hebben er douches! En lekker eten! Dat is wel fijn na 4 dagen. Als we ´s avonds na het eten nog even op een terrasje zitten zien we een van de F16 Nederlanders zitten met een collega en we schuiven aan om de rest van de avond met ze te praten, bier te drinken en te lachen! De volgende dag wordt dit wegens succes herhaald.




In Antofagasta bereiden we ons een beetje voor op de rest van de woestijn. Even naar de fietsenmaker (die er niet veel zijn) om de een schakeltje uit de kettingen te halen, die de laatste tijd niet meer verder gespannen konden worden. We zoeken naar waterfiltertabletten die we nergens kunnen vinden, en we plannen hoeveel dagen we nodig hebben voor dit stuk. Omdat we verder in het noorden nog veel mooie dingen kunnen zien besluiten we dat we nog een stuk liften om daar meer tijd voor te hebben. 


Dat liften valt voor het eerst deze reis tegen! Niet omdat er weinig mensen zijn die ons mee willen nemen, maar omdat we maar weinig vrachtwagens zien waar de fietsen nog bij kunnen. Er rijden vooral veel tankwagens met water en bakken vol spullen uit de mijnen. We moeten, mede door een laat vertrek omdat we nog een tijd met een Duitse fietser praatten, een nachtje slapen langs de weg (wat we wel gewend zijn en wat best goed te doen is; er is namelijk helemaal niks).


Nu zijn we in Calama. Morgen gaan we naar de Chuquicamata mijn (onuitspreekbaar). De op één na grootste ´open-pit´ mijn in de wereld. Daarna is San Pedro de Atacama aan de beurt alwaar we waarschijnlijk een miljoen foto´s gaan maken. Het schijnt daar mooi te zijn!


Ciao!


Ps. Het volgende verhaal zou wel eens lang kunnen duren. We fietsen door Bolivia (Salar de Uyuni) en vooral door the middle of nowhere. We hebben geen idee wanneer we weer een internetverbinding hebben die een verhaal toelaat... 


Ps 2. De foto´s op Flickr staan in de set Concepcion - Calama, daar staan de foto´s van het vorige verhaal ook in. (Klik links op ´klik hier voor alle foto´s´)

donderdag 10 mei 2012

Concepción - La Serena

Voordat we vanuit Concepción weer de binnenlanden in gaan moeten we nog een stuk over een drukke weg langs de kust. Na een eindeloze klim na Tome, die (natuurlijk) over het hoogste punt van de omgeving gaat, zijn we weer terug in het "ardennenachtige" heuvelgebied. De heuvels kosten vaak veel energie; steil omhoog, 15 minuten, steil naar beneden, 2 minuten. Het voelt alsof je de hele dag omhoog aan het trappen bent. De volgende dag besluiten we dan ook om maar weer terug naar de kust te gaan; het heuvelgebied is niet erg spectaculair en de komende dagen lijken hetzelfde te blijven.
Terug naar de kust! Na nog een bergje volgt een hele lange afdaling. Als we uit een bocht komen zien we iets "kleins" over de weg lopen, een spin! Tarantula! Even later zien we er nog een en we nemen ons voor om de tent 's nachts goed dicht te doen.
De kust is hier mooi! Grote golven uit de oceaan breken met veel geweld op het strand en op een rotseiland 50 meter uit de kust. Het eiland is gevuld met honderden zeeleeuwen die je soms boven het geluid van de golven uit hoort brullen. Op het strand ligt een dode zeeleeuw waar een groepje gieren omheen zit en waarnaar we blijven kijken totdat het donker wordt. We komen de volgende ochtend terug om de zeeleeuwen nog wat beter te kunnen zien. Het zijn er veel meer dan we de vorige dag dachten te zien! Ze hebben zichtbaar moeite om het eiland op te komen vanwege de hoge golven. Zo´n 8 km noordelijker gaan we kijken naar een rots die "iglesia de piedra" heet, de "kerkrots". Een grote rots met een openingen richting de zee, waar de golven door naar binnen komen. We blijven weer heel lang kijken naar het geweld van de golven en de supermooie kust!

We fietsen nu langs een paar dorpjes waar in de zomer veel gesurft wordt. Mooie kusten, nog meer grote golven, verlaten stranden en hoge rotsen met mooie uitzichten. We zijn blij dat we deze route hebben genomen!
Vanaf Constitución gaat er een boemeltreintje door een mooi rivierdal. Die vertrekt om 7 uur ' s ochtends; vroeg op dus! De trein is klein en oud, hij gaat niet snel en schud hard heen en weer. Hij stopt op plaatsen waar huisjes (soms maar 1) staan, in the middle of nowhere en zonder station. Onderweg moeten we ook regelmatig stoppen voor koeien of honden op de rails. Het Maulledal en de reis zijn heel erg mooi!



Omdat we zo vroeg weg zijn gegaan, kunnen we nog een stuk verder met een andere, moderne, trein. We stappen over in Talca, wat een maand geleden nog getroffen is door een zware aardbeving waardoor veel gebouwen zijn beschadigd en sommige daken zijn ingestort. Wij hebben tot nu toe nog geen aardbeving gevoeld, en zijn stiekem ook wel een beetje benieuwd hoe dat is. 's Middags fietsen we nog een stukje naar Santa Cruz, midden in een belangrijke wijnvallei.
De volgende dag fietsen we naar een kustplaatsje, Bucalemu. In 2010 is onder andere hier een tsunami geweest. Dat is ook terug te zien. Van de hosteleigenaar horen we dat het water 1 verdieping hoog heeft gestaan en op foto's van hem zien we de gevolgen.
Nog een klein stukje langs de kust, en dan richting Santiago! Onderweg stoppen we bij een populaire surfspot waar ook een paar surfers zijn, we hebben nu 4000 km gefietst!


Omdat we geen zin hebben om nog 3 dagen door de heuvels te fietsen nemen we de bus; 4 uurtjes en we zitten midden in de stad! We bellen de mensen op waarvan we tijdens de lift naar de Termas Geometricas het nummer hebben gekregen, en we kunnen daar slapen! Chill! Ze komen ons halen met de auto. Die is te klein voor onze fietsen, dus racen we er achteraan. We mogen op de zolder slapen de komende dagen!
Santiago is leuk en relaxed, mede doordat we ons al snel thuis voelen bij Paula en Ricardo. We verkennen de stad en de uitzichtpunten, er is hier altijd veel smog dus erg ver kunnen we niet kijken, het is wel mooi! Zeker als het donker wordt en er een zee van lichtjes verschijnt.


We moeten hier ook nog onze toeristenkaart laten verlengen. Dat betekent 2 uur in de rij en veel te veel betalen bij een of ander bureau waar ze een nieuw stempeltje zetten. Paula en Ricardo nemen ons mee naar het rijke stuk van Santiago en naar hun ouders waar we traditioneel chileens eten, heel lekker! We praten veel over de verschillen tussen Nederland en Chili, en kijken goede chileense films, Ricardo's hobby. Op de laatste avond worden we mee uit eten genomen, Chileens eten (vlees!) en live muziek. Paula en Ricardo hebben gezorgd dat de zanger onze namen noemt en de reis die we maken en ze wensen ons succes, we krijgen applaus van iedereen! Haha!
Eigenlijk vinden we het jammer om weer weg te gaan, maar Valparaíso wacht, de volgende grote kustplaats. De hele route is snelweg en er zitten twee tunnels in. Bij de eerste tunnel staat er een servicewagen speciaal voor fietsers; fietsen achterin en we worden door de tunnel gereden. Bij de tweede tunnel is die service er niet. Er is ook geen vluchtstrook en aangezien we niks weten over de tunnel lijkt het ons geen goed idee om er doorheen te fietsen. Liften dus. We worden vrijwel meteen opgepikt door een vrachtwagen die ook naar Valparaíso moet. De chauffeur vindt het vanzelfsprekend dat we helemaal meerijden.

Valparaíso is mooi! De stad is gebouwd op bergjes. Er zijn dus veel mooie uitzichtpunten. We slapen in een heel mooi hostel. Midden in het oude centrum met zijn gekleurde huizen en muurschilderingen. Eigenlijk hoeven we hier alleen maar rond te lopen, want overal heb je weer andere uitzichten en de huizen zijn overal mooi.




Na Valparaíso fietsen we nog een stukje langs de kust. Een mooie kustweg langs mooie steden (Viña del Mar). De huizen daar zijn duidelijk van de rijkere Chilenen; ze staan in bewaakte wijken en hebben automatische grasmaaiers. We merken dat we in het laagseizoen zijn; een 100-plaatsen-camping voor ons alleen! De geiser zelf aansteken voor een warme douche hebben we ook al vaker moeten doen.
Het landschap begint nu al meer op woestijn te lijken; weinig begroeiing, als je de cactussen niet meetelt. De komende honderden kilometers blijven hetzelfde. Daarom besluiten we om te gaan liften met een tussenstop in een vallei die wel mooi schijnt te zijn. We belanden weer op een camping (Termas de Socos) waar niemand anders staat; het is er echt mooi en we blijven een dagje om de fietsen schoon te maken en te relaxen in de zon.
De volgende dag wijken we even van de route naar Ovalle af om door een vallei (Valle del Encanto) te lopen waar in rotsen mannetjes te zien zijn die 2000 jaar geleden zijn uitgeschraapt.




Om vanuit La Serena de volgende mooie vallei (Valle de Elqui) niet heen en weer te hoeven fietsen nemen we de bus omhoog :D. Terug fietsen we. Het is een bijzondere route; droge kale bergen met er tussenin groene wijngaarden, weer erg mooi! De terugweg gaat snel, als we iets wits in de berm zien liggen rijden we er daarom eerst voorbij. Dode beesten (vooral honden) langs de weg zijn hier niet bijzonder, maar omdat deze vogel wit is zijn we toch benieuwd en keren om. Het is een kerkuil, en hij blijkt nog te leven! Z'n pootje is door midden gebroken, maar voor de rest lijkt er niks mee aan de hand. We vinden eigenlijk dat we er wel wat mee moeten doen, maar 50 km achterop een fiets lijkt ons dan weer niet zo'n goed idee. We weten eigenlijk ook niet hoe mensen hier denken over dieren, maar omdat het zo'n mooi beestje is houden we toch maar een vrachtwagentje aan. De man hoopt waarschijnlijk op wat gezelschap op weg naar de stad, maar wij zadelen hem op met een half dode uil! Hij lijkt het toch met ons eens te zijn en we zien de uil ook niet opnieuw in de berm liggen op weg naar beneden.

In La Serena bereiden we ons voor op een stuk fietsen in de woestijn; extra plakspullen, waterzakken en noodeten. Morgen gaan we nog 350 km liften naar Copiapo, dan fietsen we naar de Very Large Telescope op de Paranalberg en verder...